Celeste

CELESTE (1972-1977)

De oprichting van een nieuwe band
In september 1972 wordt enkele maanden na het uit elkaar gaan van IL SISTEMA een nieuwe band opgericht.
Een vriend, die vaak bij de repetities aanwezig is, geeft een aanzet voor een nieuwe bandnaam. Hij zegt, dat hun muziek hem doet denken aan een zweem hemelsblauwe lucht.
Zo wordt de naam CELESTE door iedereen goedgekeurd.
Na een periode bij Museo Rosenbach ontmoet Ciro Perrino Leonardo Lagorio weer.
Zij proberen de aspecten van hun muziek waar bij Il Sistema de basis voor is gelegd, verder uit te diepen. Zij bespreken met elkaar de akoestische en klassieke kant van de muziek van hun voormalige band die we kunnen horen in de interpretaties van 19e eeuwse componisten zoals Borodin en Moussorgsky.
Ze proberen de theoretische basis te leggen voor een nieuw soort muziek, los van Engelse en Amerikaanse invloeden. De nieuwe muziek moet mediterraan met een sterke culturele identiteit.
Als de muzikale richting duidelijk is, kan Ciro beginnen met het zoeken naar nieuwe bandleden. Hij gaat naar de Ottorino Respighi Muziekschool in Sanremo om te vragen of daar geschoolde muzikanten zijn, die willen meedoen.
Een muziekleraar vertelt hem over Mariano Schiavolini, een 5e jaars viool-student, die ook klarinet en akoestische gitaar speelt. Hij heeft zelfs vele symfonische/folk mini-suites gecomponeerd.
Als de bandleden Ciro, Leonardo en Mariano, Perrino elkaar bij Ciro thuis ontmoeten, speelt Mariano op de gitaar enkele van zijn liedjes. Het gehele eerste album van CELESTE zal worden opgebouwd rond de composities van Mariano.

Veel gestelde vragen
    Lees meer...

        De instrumenten

        Ze gaan op zoek naar meer bandleden, omdat ze nu precies weten wat ze nog aan instrumenten nodig hebben. Schiavolini zal gitaar gaan spelen, klarinet en viool. Lagorio zal zich concentreren op de piano, fluit, saxofoon, keyboards en de kleine Modular Moog, die ook door Keith Emerson wordt gebruikt.

        Perrino zal elke vorm van percussie spelen. De drums zullen minder als rock en meer symfonisch moeten klinken. Perrino verwijdert de toms en de bass drum van zijn drumkit. Hij behoudt een uitgebreide serie cymbalen en bellen om een soort ritme te creëren. Daarbij zal hij fluit en mellotron spelen.

        Tevens wil hij zich toeleggen op elektronische apparaten, omdat hij een mooie Davoli synth heeft gekocht. Nu missen ze nog een basgitarist, die noodzakelijk is om de muziek het juiste ritme te geven.

        Na vele audities vinden ze de juiste basgitarist in een enthousiaste Giorgio Battaglia, die in  een rock trio heeft gespeeld. Hij is precies, stipt en creatief. De band wil nog een cello en viool toevoegen.

        Ze willen er nog iemand bij hebben voor meer blaas instrumenten, percussie en keyboards. Dit wordt Marco Tudini. Hij is net veertien jaar oud. Hij speelt fluit, saxofoon, lichte percussie en hij kan de achtergrondzang invullen.

        Riccardo Novero wordt de nieuwe cellist.


        De bezetting van de band :


        Mariano Schiavolini ……………. akoestische gitaar, viool en klarinet

        Leonardo Lagorio ……………. fluit, saxofoon, piano en mellotron

        Giorgio Battaglia ……………. basgitaar

        Ciro Perrino ……………. percussie, fluit en mellotron

        Marco Tudini ……………. fluit, saxofoon en percussie

        Riccardo Novero ……………. cello


        Oefenruimte en repeteren

        Na enkele ontmoetingen bij Perrino thuis wordt er een oefenruimte gevonden in het appartement van Lagorio in Imperia Porto Maurizio. Ze wonen allemaal in Sanremo behalve Schiavolini die uit Ventimiglia komt.

        Dat betekent dat alle bandleden elke dag naar Imperia moeten komen om met elkaar te oefenen. Ze gebruiken de auto van Perrino, een Autobianchi A112, een klein wagentje voor vijf mensen en een cello. Vanaf december 1972 rijden ze dagelijks van Sanremo naar Imperia en rijden ze pas na middernacht weer terug. De band oefent hartstochtelijk, gedisciplineerd en met toewijding.

        De eerste repetities zijn vooral voor Lagorio en Perrino een beetje teleurstellend, omdat bijna iedereen rock, jazz en blues ervaring heeft opgedaan. Aan de andere kant helpt dit om oude ingesleten patronen  te overwinnen en te komen tot nieuwe muzikale uitdagingen.

        Schiavolini geeft structuur aan de liedjes met gitaar arpeggios waar de rest van de band een harmonisch en ritmisch geluid aan toevoegt. Een van hun eerste inspanningen krijgt de vorm van het latere liedje La Danza Del Fato (De Dans Van Het Lot). 


        Onverwachte bezoekers

        Tijdens die dagen krijgen de zes muzikanten onverwacht en prettig bezoek. De eerste, die bij de repetities komt kijken, is een nieuwsgierige Vittorio De Scalzi, die aan het slot meedoet met de band bij de laatste improvisatie op een akoestische gitaar. De tweede bezoeker is Luciano Cavanna. Hij boeit zijn oude bandleden Perrino, Lagorio en de nieuwe bandleden met een liedje dat Giona heet, geïnspireerd op een oud bijbels verhaal. Hij haalt nu zijn inspiratie voor composities uitsluitend uit zijn religieuze belevingswereld. Zijn muziek en stem zijn nog steeds adembenemend en doen je zoals altijd huiveren.


        Solozanger

        Nu moet er een geschikte solo-zanger gevonden worden. Behalve Perrino, die ten tijde van IL SISTEMA liedjes van The Free en Deep Purple zingt, is er verder niemand in de band een getalenteerd zanger. Ze zoeken iemand die de melodieën van Schiavolini en de teksten van Perrino kan vertolken. Schiavolini zingt altijd in falsetto, gebruik makend van Engels aandoende klanken, waarmee hij percussie en andere instrumenten nabootst. Dat brengt de band ertoe op zoek te gaan naar een zangeres, die ze niet in Italië kunnen vinden. Ze gaan naar Engeland, waar ze Nikki Berenice Burton vinden na vele pogingen en audities.

        Perrino, Battaglia en Schiavolini proberen vergeefs in contact te komen met Chas Chandler de basgitarist van The Animals en de scout van Jimi Hendrix om hem kennis te laten maken met CELESTE en hem te vragen de band buiten Italië op weg te helpen. Ondanks deze tegenslag kunnen ze naar huis met een goede zangeres, die een prachtige folkachtige stem heeft . De teksten worden onmiddellijk aangepast om in het Engels gezongen te worden.

        Tijdens de zomer van 1974 wordt de band uitgenodigd om op het festival in Imperia te spelen. Dit is de eerste gelegenheid om de gezamenlijke kwaliteiten te testen. Ongelukkigerwijs besluit de nieuwe zangeres naar Engeland terug te gaan om haar solo-carrière voort te zetten, die ze daar al gestart is voor ze de bandleden van CELESTE heeft ontmoet.

        De eerste repetities vinden plaats in Studio G in Genua. Studio G is gelegen aan de Fieschi straat in een oud en ontmanteld kerkgebouw. De hele band gaan vaak van Sanremo naar Imperia om opnames te maken van test materiaal voor het lied dat later op de langspeelplaat Principe di un Giorno zal verschijnen.


        Opname technieken

        Digitale apparaten bestaan nog niet, alles is groot en analoog, met een beperkt  aantal opname sporen. In Studio G zijn enkele 3 sporen Philips recorders. Meestal worden op het eerste mono basis spoor de  gitaar, drums en nog wat aanvullende instrumenten opgenomen. Dan worden enkele belangrijke stukken op het tweede spoor opgenomen zodat het lied dichtbij de definitieve versie komt. Vervolgens worden bij de pre-mix de eerste twee sporen op het derde spoor gezet.

        De twee oorspronkelijke sporen kunnen nu gewist worden om plaats te maken voor nieuw materiaal dat op het derde spoor gemixt wordt, en zo verder. Het laatste beschikbare spoor wordt gewoonlijk bewaard voor de zang vanwege een betere mix.

        Bovenstaande geeft een beetje aan hoe er werd opgenomen. Passie en geduld zijn de ingrediënten om elk ongemak het hoofd te bieden. Als een mix niet goed is, moet je misschien alles over doen.

        Het probleem met de zang na het vertrek van Nikki wordt tenslotte opgelost door Perrino te laten zingen. Hij schrijft tenslotte de teksten en heeft als enige in het verleden zangervaring opgedaan. Als deze beslissing is genomen kunnen de definitieve opnamesessies beginnen. De band is intussen een kwartet geworden. Tudini gaat naar Engeland om zijn composities aan de man te brengen. Novero besluit te kiezen voor concertpianist.

        Battaglia, Lagorio, Perrino and Schaviolini werken vanaf begin 1974 een heel jaar in de studio aan hun debuutalbum.

        De geluidstechnici zijn Aldo De Scalzi en de drummer van J.E.T. Pucci Cochis, een geweldig iemand die Perrino nog kent van zijn live-optredens. Pucci vraagt Perrino om hem te vervangen, omdat hij bij J.E.T. wil opstappen om een nieuwe band  op te zetten met een zangeres, het latere Matia Bazar. Perrino wil dit niet, omdat CELESTE helemaal voldoet aan zijn muzikale zoektocht. Veel ideeën voor de muziek van CELESTE komen voort uit de creatieve geest van Tudini.


        De opname

        Ze hebben ongeveer een maand de tijd om de opnames in een gemoedelijke maar toch produktieve sfeer af te ronden. Ze kunnen voor het eerst gebruik maken van de eerste generatie 16-sporen recorders, die hun mogelijkheden exponentieel vergroten.

        De hele Ligurische regio is gevuld met muzikale creativiteit. In Savona heb je Corte Dei Miracoli, in Genua heb je Mandillo en Picchio Dal Pozzo, waar de jongere broer Vittorio van Aldo De Scalzi in speelt. Dezelfde Aldo vraagt Perrino en Lagorio om de opnames voor de langspeelplaat van zijn band bij te wonen.

        Dit is een enerverende en interessante ervaring voor hen omdat deze band uitsluitend improviseert tijdens de opnames zonder enige planning vooraf, op wat kleine delen met de fluit na. Lagorio speelt saxofoon in de nummers Napier en La Bolla, terwijl Perrino marimba en woodblock in het nummer Seppia speelt. Ze spelen ook mee in het fluit kwartet aan het begin van Napier. Deze samenwerking kan uitgelegd worden als een prettige uitwisseling tussen CELESTE en Picchio Dal Pozzo, omdat we op de LP Principe di un Giorno enkele wonderlijke vocale grappen horen van Aldo in de liedjes L’imbroglio en Eftus.


        Uitstel van het uitbrengen van het album

        Principe di un Giorno wordt niet meteen na de opnames uitgebracht. Volgens het Grog-label is d de muziek niet interessant genoeg voor de potentiele luisteraar.  De muziek raakt in de vergetelheid en wacht op betere tijden. Als het Grog -label uiteindelijk besluit om het album uit te brengen, zijn er intussen andere musici met gelijkluidende muziek op de markt gekomen.

        De bandleden blijven met elkaar in contact terwijl ze wachten op het uitbrengen van het album. Wanneer Schiaviolini voor zijn examen voor het conservatorium moet studeren, spelen de overige drie bandleden als een trio met Perrino op zijn geliefde drums.

        Op 18 Augustus 1975 worden ze gevraagd voor de eerste Pop Muziek Ontmoeting (Primo Incontro di Musica Pop) in het Rossini Theater in Imperia. De organisatie wil zo veel mogelijk musici uit de regio op het podium voor een grote gezamenlijke jam-sessie. Daar worden Battaglia, Lagorio en Perrino weer samengebracht met Marco Tudini, die intussen terug is gekomen uit Londen  om deel te nemen aan deze  muzikale bijeenkomst. Zij spelen een gedenkwaardige uitvoering van het nummer Nodissea, dat wordt uitgebracht op enkele verzamelalbums.


        Het uitbrengen van PRINCIPE DI UN GIORNO

        Het uitbrengen van Principe di un Giorno wordt uitgesteld tot Januari 1976. Het album krijgt direct na het uitbrengen matige recensies. Jammer genoeg krijgt het album weinig waardering als gevolg van recentelijke veranderingen in de Italiaanse popscene.

        Enkele jaren later krijgt Principe di un Giorno een sterke opwaardering. Het wordt een van de meest gewaardeerde, verfijnde en representatieve albums van de Italiaanse Progressieve Rock. De belangstelling groeit zelfs nog meer rond 1980, in het bijzonder vanuit Japan, als muziekverzamelaars en liefhebbers veel Italiaanse bands en pareltjes ontdekken.


        Nieuwe richtingen

        De kritiek van de recensenten dwingt CELESTE om na te denken over hun toekomstige muzikale richting.

        De band probeert een andere samenstelling met een nieuwe drummer en na te denken over een ieders rol in het geheel.

        Perrino’s studio is de nieuwe oefenruimte van de band  geworden. Tijdens een van de vele audities gaan ze uiteindelijk voor Francesco Bat Dimasi, een getalenteerde musicus met een lange ervaring in Noord Europa. Zijn krachtdadig drumwerk geeft CELESTE de stijl die ze zoeken. Dimasi creëert met Battaglia een nieuwe bruisende ritme sectie voor de muziek. Perrino wordt de nieuwe lead-zanger, terwijl hij ook keyboards, synthesizers, marimba, fluit en nog wat percussie speelt. Schiavolini speelt naast de elektrische en akoestische gitaar, een mooie Ovation, ook wat keyboards om orkestrale/symfonische sferen te creëren. Battaglia blijft natuurlijk de imponerende rock-basgitarist die hij altijd geweest is. Hij probeert meer te klinken als een dubbele basspeler.

        Tussen het voorjaar van 1976 en midden 1977 schrijft de band ongeveer een half uur nieuwe muziek. Deze muziek klinkt heel anders dan de muziek op het album Principe di un Giorno. Alles is meer ritmisch opgebouwd, een kleurrijke mengeling van jazz en rock, met improvisaties, experimenten en plotselinge wisselingen van tempo en klanken.


        Het einde

        Het Grog-label toont geen enkele belangstelling meer voor CELESTE. De band moet nieuwe ondersteuning en contacten aanboren. Ze gaan door met oefenen en concentreren zich op elk detail van hun muziek. De live optredens zijn onontbeerlijk voor de ontwikkeling van hun muziek. Maar als zelfs Perrino niet in staat blijkt e juiste contacten te kunnen leggen voor optredens samen met artiesten die reeds hun naam gevestigd hebben, zakken langzaam het enthousiasme en de wil om verder te gaan weg.

        Tenslotte wordt CELESTE in 1977 opgeheven. 

Share by: